Hoewel een MRI-scan beschouwd wordt als een zeer nuttige beeldvormingstechniek, is het ondergaan van een MRI-scan geen pretje. Bij een klassieke MRI-scan verdwijnt de patiënt in een tunnelvormig apparaat waardoor men een benauwd gevoel kan ervaren. Het opwekken van het magnetisch veld gaat bovendien gepaard met veel lawaai.
Voor mensen die zwaarder gebouwd zijn (van nature, obesitas, veel spiermassa…) en bijgevolg amper plaats hebben in de MRI-scan, is zo’n onderzoek helemaal niet fijn. Als je tegen de de rand van het tunnelvormige apparaat ligt, is het moeilijk om je te ontspannen.
Een open MRI-scan kan soelaas bieden voor mensen die te zwaar zijn voor een gesloten MRI-scan. Er bestaan eveneens gesloten MRI-scanners met een extra brede tunnel. Alvorens we uitleggen wat een open MRI-scanner precies is, lichten we kort nog even de werking van een MRI-scanner en de uitvoering van een MRI-scan toe.
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Aan de hand van een MRI-scan, wat ook wel magneetscan wordt genoemd, kan men een duidelijk zicht krijgen van de binnenkant van het lichaam zonder dat men zich er ook effectief een weg moet door banen. Met een magneetscan maakt men een driedimensionaal beeld van een bepaald lichaamsdeel, een orgaan of de hersenen.
Een MRI-scan kan een duidelijk beeld geven over de toestand van de volgende lichaamsonderdelen:
De techniek is erg nauwkeurig en wordt vooral gebruikt om weke delen, delen waar veel waterstofatomen aanwezig zijn, van het lichaam te onderzoeken. Merk op dat er bij een MRI-scan geen gebruik gemaakt wordt van röntgenstraling. Het onderzoek, dat op basis van magnetische velden gebeurt, is dus niet schadelijk voor het lichaam.
De werking van een een MRI-scan is gebaseerd op de magnetische resonantie van waterstofprotonen. Door magnetisering van de waterstofatomen die aanwezig zijn in het lichaam, wordt een beeld gegeven van de waterrijke structuren. De signalen die de magnetische werking uitzendt, worden door de computer omgezet in contrastrijk beeldmateriaal. Er worden meer dan 100 beelden gemaakt tijdens het onderzoek. Elk beeld toont een doorsnede van het te onderzoeken lichaamsdeel of orgaan.
Indien de patiënt het onderzoek laat uitvoeren in een gesloten MRI-scan, moet hij plaatsnemen op de onderzoekstafel. Er wordt vervolgens een spoel met een antenne bevestigd op het orgaan of lichaamsdeel dat onderzocht zal worden. Eens dat gebeurd is, wordt de onderzoektafel in een tunnelachtig toestel geschoven. Door middel van radiogolven in combinatie met een grote, sterke magneet worden er vervolgens signalen in het lichaam opgewekt.
De assistent verlaat de ruimte en communiceert met de patiënt via een microfoontje. Het is belangrijk dat de patiënt gedurende het volledige onderzoek, dat 15 à 45 minuten in beslag neemt, niet beweegt. Indien dat wel het geval is, is de kans reëel dat de beelden aan kwaliteit moeten inboeten, waardoor het onderzoek opnieuw uitgevoerd moet worden.
Dat laatste vermijdt men uiteraard liever aangezien de wachttijden voor een MRI-scan nu al kunnen oplopen. De patiënt krijgt wel een belletje mee in de MRI-scan dat men kan hanteren in geval van nood.
Een MRI-scan is een grote magneet. Binnen in het magneetveld worden kleinere magneten aangetrokken en afgestoten. Dat proces, dat meer dan tienduizend keer herhaald wordt, veroorzaakt een hard, bonkend geluid. De patiënt krijgt meestal een koptelefoon opgezet ter bescherming. Wie zich wil voorbereiden kan het geluid hier beluisteren.
Het tunnelvormige apparaat, met gesloten zijkanten, is sowieso niet echt een aangename omgeving. Wie normaal gebouwd is, heeft normaal wel voldoende ruimte in de MRI-scanner.
Voor personen die aan obesitas lijden, is het in vele gevallen onmogelijk om vlak te liggen in een gesloten MRI-scan. De patiënt ligt niet comfortabel, waardoor hij onmogelijk of moeilijk kan stilliggen met als gevolg dat de MRI-scan mislukt.
Veel patiënten houden hierdoor een negatief gevoel over aan het MRI-onderzoek waardoor ze tijdens hun volgende MRI-scan sowieso overmand worden door angstgevoelens. Ze komen dus terecht in een negatieve spiraal die moeilijk te doorbreken is.
Ook voor patiënten die van nature wat breder gebouwd zijn of bijvoorbeeld (top)sporters met veel spiermassa is een onderzoek in een gesloten MRI-scan een beproeving.
Een open MRI-scan maakt de procedure minder eng, voor zwaarlijvige personen mag dat ook letterlijk genomen worden. De patiënt neemt plaats tussen twee grote, horizontale platen met daartussen een afstand van 51 cm. Bovendien zijn de zijkanten van de scanner open waardoor hij of zij het contact met de omgeving niet verliest. Er is dus niet langer sprake van een tunnelvormig apparaat waarin men ‘verdwijnt’.
Een open MRI biedt dus de ultieme oplossing voor zwaarlijvige patiënten of patiënten met veel spiermassa. Ook voor claustrofobische patiënten is een open MRI-onderzoek een welgekomen alternatief voor de klassieke, gesloten MRI-scan.
In een open MRI heeft de patiënt meer ruimte waardoor hij zich ook rustiger zal voelen. Een MRI-scan wordt zo niet langer geassocieerd met een negatieve ervaring.
Bovendien kan er iemand plaatsnemen naast het toestel en de patiënt de nodige afleiding bieden. De vertrouwenspersoon of assistent kan de patiënts hand vasthouden of een praatje slaan. De patiënt wordt zo automatisch rustiger en focust minder op het harde, ratelende geluid van de MRI-scan.
Ook interessant voor zwaarlijvige patiënten: naast een open MRI beschikt Open MRI Zen ook over een gesloten MRI-scanner met een extra brede tunnel. In die gesloten MRI hebben ook zwaarlijvige mensen voldoende ruimte hebben. Een bijkomend voordeel van dit specifieke type scanner is dat hij minder lawaai genereert. Het geluidniveau wordt gereduceerd tot 63 decibel.